Nog voordat de wijnbouw zich op Corsica ontwikkelde, was het plukken van druiven in het wild al diepgeworteld in de gebruiken. Dankzij de sublieme landschappen tussen land en zee is Corsica immers altijd voorbestemd geweest om een bloeiende natuur te herbergen.
Met de komst van de Phocaeërs aan de Middellandse Zeekust werd de wijnstok snel overal geïntroduceerd en in de Oudheid begon hij echt aan te slaan op het Eiland van de Schoonheid. Helaas verwoestte de beruchte phylloxera-epidemie bijna de gehele Corsicaanse wijngaard, waardoor de oppervlakte drastisch verminderde.
De Corsicaanse wijnen werden herboren dankzij de toewijding van gepassioneerde wijnbouwers die de hele wijngaard herstructureerden. Door moderne kennis te combineren met eeuwenoude tradities zijn zij erin geslaagd hun wijngaarden liefdevol te bewerken en een breed scala aan wijnen aan te bieden die door de beste kenners hoog worden gewaardeerd.
Deze vertrouwelijke jaargangen hebben een ware hausse gekend dankzij de export van de wijnen naar Noord-Italië en het gebruik ervan in religieuze ceremonies. Vandaag de dag zijn ze erin geslaagd hun reputatie uit te breiden tot over de grenzen.
De 450 producenten van de Corsicaanse wijngaarden zijn verdeeld over vier belangrijke geologische regio's. De bodems in het westen zijn overwegend granietachtig, terwijl het oosten profiteert van talrijke soorten leisteen. In het noordwesten is kalksteen koning. Aan de oostkust, ten slotte, is er een grote hoeveelheid klei- of kiezelhoudende grond.
Op deze uitzonderlijke terroirs bloeien talrijke inheemse druivenrassen rustig op om een hele reeks sublieme aromatische expressies te ontwikkelen. Tot de bekendste behoren de nielluciu, de tweelingdruif van de beroemde Italiaanse sangiovese, en de sciaccarellu, die voornamelijk worden gebruikt voor de bereiding van rode wijnen, ook al wordt de eerste ook gebruikt voor roséwijn. Om frisse en zuivere witte wijnen aan te bieden, wordt vermentinu zorgvuldig verbouwd.
Om de kwaliteit en de reputatie van de wijnen te behouden, is een appellatiesysteem opgezet. Van de 7.000 hectare wijngaarden die de Corsicaanse wijngaard telt, is 2.500 hectare AOC. Net als het classificatiesysteem in de Languedoc en in de Rhônevallei zijn de appellaties hiërarchisch volgens de kwaliteit van de geproduceerde wijnen. Zo staan bovenaan de piramide de AOC Patrimonio in Ajaccio, vervolgens vinden we in de appellation "village" de wijnen van Corsica Porto-Vecchio, Corsica Figari, Corsica Sartène, Corsica Calvi en Corsica Coteaux du Cap Corse. Een aparte appellatie tenslotte, Muscat du Cap Corse, verenigt natuurlijke zoete wijnen.
Al deze asperiteiten en bijzonderheden bepalen mede de identiteit van de wijnen van Corsica, die van uitzonderlijke wijnjaren gewiegd door duizendjarige landerijen waarvan zij de mooiste weerspiegeling zijn.