Château Canon 1996

Kenmerken en proefadvies voor Château Canon 1996

Proeven

Ruim, dicht en omhullend, het gehemelte van deze Château Canon 1996 onthult alle rijkdom van dit vintage.

Een geweldige Saint-Émilion, ruim, dicht en omhullend

Het eigendom

Genesteld op het kalksteenplateau van Saint-Émilion, Château Canon schrijft zijn geschiedenis sinds 1760, toen de kaper Jacques Kanon de eigenaar werd. Overgenomen door Maison Chanel in 1996, heeft het landgoed sindsdien een uitgebreide herstructurering ondergaan, zowel van de wijngaard als van de infrastructuur. Geclassificeerd als een Premier Grand Cru van Saint-Émilion, wordt het sinds 2015 beheerd door Nicolas Audebert, die ook verantwoordelijk is voor Rauzan-Ségla voor de Chanel-groep. Château Canon belichaamt vandaag een van de belangrijkste referenties van zijn benaming, geprezen om de finesse en elegantie van zijn wijnen.

De wijngaard

Verspreid over 32 hectare, waarvan 20 in één stuk, bevindt de wijngaard van Château Canon zich op een bevoorrechte positie op het kalksteenplateau van Saint-Émilion, op het zuiden/zuidwesten. Gelegen op een hoogte van 87 meter, profiteert het van uitstekende natuurlijke ventilatie, terwijl de oude muren die zijn percelen begrenzen waardevolle bescherming bieden tegen voorjaarsvorst.

De vintage

De winter van 1996 was over het algemeen mild, met uitzondering van februari en begin maart die koelere temperaturen zagen. De lente was bijzonder mooi in juni, gevolgd door een nogal regenachtige periode. De bloei vond plaats begin juni, profiterend van zeer goed weer. De zomer was onregelmatig, met een daling van de temperaturen en regenval in augustus.

Vinificatie en veroudering

De oogst van Château Canon 1996 werd volledig met de hand uitgevoerd tussen 24 september en 4 oktober voor de merlot, en 30 september voor de cabernet franc en sauvignon. Er werd een dubbele selectie gemaakt, eerst bij de snede en vervolgens op de sorteertafel. De alcoholische fermentatie vond plaats gedurende 6 tot 8 dagen bij 30°C in thermisch gereguleerde eiken vaten, gevolgd door een maceratie van 19 tot 24 dagen bij temperaturen tussen 29°C en 32°C. De malolactische fermentatie vond plaats in ondergrondse roestvrijstalen vaten en vaten. De veroudering duurde 18 tot 20 maanden in vaten, waarvan 60% nieuw was, met driemaandelijkse rackings. De wijn werd zes maanden voor het bottelen geklaard, zonder filtratie.

Druiven

Merlot en cabernet franc, volgens de traditionele druivensoort van Saint-Émilion.